|
|
Waar komt mijn
fascinatie voor het bouwen van een Gouden Koets vandaan? Dat is
eigenlijk al in mijn vroege jeugd begonnen.
Vlak na de tweede wereldoorlog ben ik geboren in het hartje van
de Amsterdamse Jordaan.
Hoewel ik de oorlog niet heb meegemaakt, heeft dat mijn jeugd
behoorlijk beïnvloed.
Armoe was meer troef dan uitzondering. Gelukkig heb ik nooit
honger gekend, maar ik besefte wel dat mijn ouders hard moesten
werken om hun gezin met drie kinderen op orde te houden. Als
b.v. het licht uitviel, dan moest er bij de melkboer een muntje
gekocht worden, waarmee de elektrameter voor korte tijd aktief
gemaakt kon worden en er weer licht in de duisternis kwam. Armoe
is een relatief begrip en ik heb ervaren, dat als de hele straat
in dezelfde situatie zit, dat ook weer normaal voelt.
Als jong kind hoorde ik, dat er voorheen door een vereniging in
de Jordaan een inzamelingsaktie was gestart om koningin
Wilhelmina bij haar inhuldiging een Gouden Koets kado te doen.
Dat heb ik nooit goed begrepen. De combinatie arm en geld bijeen
sprokkelen om een waanzinnig duur kado van goud weg te geven aan
iemand die in mijn fantasie al heel rijk was, riep vele vragen
bij mij op en heeft mij lang bezig gehouden.
Toen ik later de koets in het echt zag, kreeg ik veel respect
voor het vakmanschap dat nodig was om zo'n project te
realiseren.
Zelf was ik ook altijd bezig allerlei dingen te ontwerpen en te
bouwen.
In die tijd was het trekpaard van de schillenboer mijn enige
band met paarden. Na het zien van de gouden koets is mijn
belangstelling voor paarden en rijtuigen altijd gebleven.
Op latere leeftijd verhuisde ik van Amsterdam naar, wat nu
Hollands Kroon heet.
Een van de redenen om te verhuizen was, dat ik paarden wilde
gaan houden. Mijn huidige vrouw heb ik hier op een manege
ontmoet en samen hebben we veel met onze paarden beleefd.
Een van de hoogtepunten was de uitnodiging om onze aanspanning
met Fell Pony's voor een Lady's Pheaton te presenteren op het 25
jarig regeringsjubileum van Koningin Beatrix Als dank voor onze
bijdrage aan dit evenement hebben we een stalplaat ontvangen en
mochten we de Gouden Koets in het staldepartement van dichtbij
bewonderen.
Mijn hart ging weer sneller kloppen en mijn bewondering voor
deze koets nam nog meer toe.
Dat was het moment, dat ik besloot om na mijn pensioen een
Gouden Koets te ontwerpen en eigenhandig te bouwen met aandacht
voor elk detail en er een boek bij te schrijven over de
voortgang van dit omvangrijke project.
Ik wilde beslist geen kopie maken, maar wel een koets ontwerpen
met de allure van de befaamde Gouden Koets.
Een saillant detail vind ik, dat een koets bij authentieke
aanspanningen altijd een “Rijtuig” genoemd wordt. De Gouden
Koets is hier duidelijk een uitzondering op.
De Gouden Koets werd gebouwd door de firma Spijker, een
rijtuigbouwer die later auto's ging produceren. Ik deed het
tegenovergestelde. Op mijn 17e ontwierp en bouwde ik een auto
die de naam Rizovari DX 11 droeg.
Dit stond voor: Riny Zoon Van Rinus Deed ik zelf.
Ik begon dus met een auto en eindigde met het bouwen van een
koets.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|